COLUMN: Wat ik je vragen wil

Foto:

Martijn Schraven (1978) is freelance journalist, tekstschrijver, lezer en liefhebber van muziek die al lang niet meer gemaakt wordt. Maar eerst en vooral papa. Thuispapa, om precies te zijn. Dat léék ooit een heel logische keuze. Met regelmaat geeft hij middels zijn columns een inkijkje in zijn dagelijkse beslommeringen.

Wat ik je vragen wil

,,Het is die eerste dagen net alsof ze nog niet geland zijn. Alsof ze nog niet helemaal op aarde zijn.” Ik hoor het m’n moeder nog zeggen over een nog piepjonge Laura. Ik kon, en kan, niet anders dan haar gelijk geven.

Zo’n klein wezentje. Net op deze wereld gezet. We hebben het allemaal meegemaakt. Maar geen van ons kan zich nog voorstellen hoe dat moet zijn geweest. Met ogen die open kunnen maar nog geen kleuren kunnen zien. Oortjes die voor het eerst horen zonder de demping van mama’s buik. De sensatie van warmte en kou op je nog flinterdunne huidje. De eerste dagen waarschijnlijk ook nog ape-stoned van de endorfine en adrenaline die door je lijfje gierden tijdens de bevalling. Dat laatste hoop ik althans dan maar. Want hoe groot mijn respect ook is voor elke vrouw die een meloen door een sleutelgat moeten zien te persen, je zult die meloen maar zijn. Ik mag hopen dat moeder natuur voor wat natuurlijke pijnstilling zorgt.

De eerste weken is een baby een zorgpakketje. Een kleine alien met wie de ‘first encounters’ pas na weken langzaam op gang komen. Met ogen die je zoeken, ogen  die je gericht aankijken, lachen en  teruglachen. Woordjes volgen maanden later pas.

Bij de tweeling is de taalontwikkeling momenteel in volle gang. Leon is van de woordjes. Papa, mama, appel, die, daar, uit, uhm (kennelijk de naam van z’n knuffelhond) en Issy Laula, Juïja voor z’n zussen. Julia is daarentegen meer van de gesprekken. Hele betogen houdt ze. Zonder een enkel herkenbaar woord, maar mét gebaartjes, verandering in intonatie en de bijbehorende gezichtsuitdrukking. Ik mag voor mijn werk veel mensen spreken, maar van geen van die gesprekken geniet ik zoveel als van deze gesprekjes thuis.

Toch zou ik ook wel eens, gewoon even, écht met ze willen praten. Hoe gaaf zou dat zijn? Te kunnen vragen hoe ontspannen het leven nou écht is wanneer je kunt poepen on the spot. Hoe bevalt een leven zonder benul van tijd, zonder notie van geld, zonder zorgen? Wat maakt dat je kunt schateren om kiekeboe, gefascineerd kunt zijn door je eigen voeten, of die van je broer. Ook vraag ik me af of ze zich op deze leeftijd misschien nog wél iets herinneren van de tijd voor ze geboren werden. Had het toegevoegde waarde, die ketting met dat rustgevende belletje op mama’s buik? Of hadden we vaker moeten zingen of misschien toch Mozart moeten draaien?

Dat zou ik willen vragen. Deze ochtend brandt me echter maar één vraag op de lippen. Een vraag die ik Julia zou willen stellen: Waarom. Wáárom, bij alles wat lief en knuffelig is, stop je twintig minuten na het badderen het halve bakje fruit bestaande uit zes partjes mandarijn, zeven schijfjes banaan en twee schijven appel aan de achterkant in je romper..?

Tekst: Martijn Schraven
Illustratie: Pix4Profs / Jules Calis

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen