Een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU over het
vrije keuzerecht maakt rechtsbijstandverzekeringen mogelijk duurder, waardoor
minder mensen zo’n verzekering afsluiten. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en
Datacentrum (WODC) heeft daarom een aantal mogelijkheden onderzocht om de
rechtsgang voor zoveel mogelijk burgers toegankelijk en betaalbaar te houden.
In 2020 deed het Hof van Justitie van de Europese Unie
uitspraak over het recht op vrije advocaatkeuze. In de uitspraak Vlaamse Balies
van 14 mei 2020 oordeelde het Hof dat artikel 201 Richtlijn 2009/138/EG zo moet
worden uitgelegd dat ‘het in deze bepaling bedoelde begrip ‘gerechtelijke
procedure’ ook betrekking heeft op een procedure voor gerechtelijke of
buitengerechtelijke bemiddeling waarbij een rechterlijke instantie betrokken is
of kan zijn, hetzij bij het inleiden van de procedure hetzij na afloop ervan.’
Vrije keuzerecht
Deze uitspraak heeft sindsdien gezorgd voor verdeelde
meningen in Nederland. Volgens het Verbond van Verzekeraars heeft de uitspraak
betrekking op een in de Belgische wet geregelde bemiddelingsprocedure. Omdat
zo’n bemiddelingsprocedure in het Nederlands recht niet voorkomt, heeft de
uitspraak volgens het Verbond ook geen invloed op de Nederlandse situatie. De
Nederlandse Orde van Advocaten interpreteert de uitspraak zodanig dat een klant
van een rechtsbijstandverzekering al in de voorfase van de gerechtelijke
procedure het recht heeft om een advocaat in te schakelen.
Uitbreiding van het vrije keuzerecht heeft volgens
rechtsbijstandverzekeraars wel tot gevolg dat zij hun premies mogelijk verhogen
of andere kostenbesparende maatregelen moeten nemen. Dit kan ertoe leiden dat
het aantal afgesloten rechtsbijstandverzekeringen gaat dalen en
verzekeringnemers hun verzekering opzeggen.
Niet gebonden
In Nederland hebben vooral huishoudens met een middeninkomen
een rechtsbijstandverzekering afgesloten. Zij verdienen te veel om recht te
hebben op gesubsidieerde rechtsbijstand en te weinig om zelf de uurtarieven van
een
advocaat te
kunnen betalen. Zo’n 40 procent van de Nederlandse huishoudens is verzekerd
voor rechtsbijstand. Nederlandse rechtsbijstandverzekeraars bieden polissen in
natura aan. In andere Europese landen regelt de verzekerde zelf bijstand en
vergoedt de verzekeraar dit.
Rechtsbijstandverzekeraars zijn ook verplicht om in de
verzekeringsovereenkomst uitdrukkelijk aan te geven dat de verzekerde vrij is
om zelf een rechtsbijstandverlener te kiezen in een gerechtelijke of
administratieve procedure. Dat betekent dat ondernemingen en burgers die een
rechtsbijstandverzekering afsluiten in een gerechtelijke of administratieve
procedure vrij zijn om hun eigen advocaat of een andere rechtshulpverlener te
kiezen. Een verzekerde is dus niet gebonden aan de in-house jurist of een door de
rechtsbijstandverzekeraar gekozen advocaat.
Drie scenario’s
Pro Facto onderzocht in opdracht van het WODC een aantal
mogelijkheden om de rechtsgang voor zoveel mogelijk burgers toegankelijk en
betaalbaar te houden. In samenspraak met betrokken professionals en experts
kwamen drie mogelijke scenario’s naar voren.
- Het
eerste scenario, het behoud van de status quo, houdt in dat het vrije
keuzerecht niet verder wordt uitgebreid. In dat geval blijft het vrije
keuzerecht uitsluitend van toepassing op de procedure bij de
overheidsrechter, arbitrage, administratieve voorprocedures en de
procedure voor het verlenen van een ontslagvergunning bij het UWV.
- Het
tweede scenario is dat het vrije keuzerecht wordt uitgebreid tot alle
juridische geschillen. De Geschillencommissie van het Klachteninstituut
Financiële Dienstverlening (Kifid) heeft op 31 maart 2021 de uitspraak
Vlaamse Balies op die manier geïnterpreteerd, maar dit is door de
Commissie van Beroep van het Kifid teruggedraaid.
- Het
derde scenario is dat het vrije keuzerecht in beperkte mate wordt
uitgebreid, maar dat dit beperkt blijft tot procedures voor bindend advies
en mediation eindigend in een vaststellingsovereenkomst.
Uit het onderzoek kwam niet exact naar voren hoe groot de
gevolgen voor de toegang tot het recht precies zullen zijn. Ook de stand van de
jurisprudentie inzake het recht op
vrije
advocaatkeuze geeft geen duidelijkheid over de procedures en juridische
handelingen die onder het vrije keuzerecht vallen. Er kunnen weliswaar meerdere
interpretaties van de rechtspraak van het Hof worden gegeven en verschillende
scenario’s worden geschetst, maar pas als het vrije keuzerecht zich verder
uitkristalliseert in Nederlandse of Europese rechtspraak kan meer duidelijkheid
worden verkregen over de reikwijdte daarvan.
Mogelijke interventies
Om de toegang tot het recht zoveel mogelijk te behouden,
kunnen volgens de onderzoekers de volgende interventies worden ingezet.
- Ten
eerste kan onderzoek gedaan worden naar de redenen voor verzekerden om
gebruik te maken van het vrije keuzerecht.
- Ten
tweede kunnen verzekeraars verfijndere kostenbesparende maatregelen
inzetten. Het Nederlandse systeem voor zorgverzekeringen of het Franse
systeem voor rechtsbijstandverzekeringen kan hierbij mogelijk als
inspiratie dienen. In Frankrijk is de praktijk dat polisvoorwaarden een
fijnmazig systeem kennen met specifieke vaste dekkingsbedragen toegesneden
op verrichtingen.
- Ten
derde kan een vorm van tariefregulering voor de advocatuur ingezet worden.
De gevolgen van een uitbreiding van het vrije keuzerecht kan – juist omdat
de advocatentarieven relatief hoog zijn – in Nederland vergaande gevolgen
hebben.
- Tot
slot kan nagedacht worden over de mogelijkheid om kosten verzekeringen aan
te bieden. Hiervoor dienen de kosten van externe advocaten wel transparant
en voorspelbaar te zijn. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door
middel van prijsafspraken tussen rechtsbijstandverzekeraars en
advocatenkantoren of door de net genoemde tariefregulering door de
overheid.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met
RechtNet Advocaten via [email protected] of bel naar 073-6154311.